Tellen kon zij als geen ander.
Slapen minder
wel bezien
Geeuwen
Gapen
Schapen
tellen
In de nacht
Honderd, negenennegentig,
achtennegentig
…
en opnieuw in ’t honderd
Koeien dan maar?
Of kamelen?
Die zijn ook wel vaak met velen
Zesennegentig, achtenvijftig,
zesenveertig, drieentwintig,
tien
Wie nog niet weg is
is gezien
Tot het nulpunt
en in de ochtend
uitgeteld
Ineke