De eerste keer.
Wat vond ik het moeilijk om de vergadering binnen te komen voor de presentatie van de cijfers. Alle ogen waren op mij gericht. Mijn hart klopte in mijn keel. Mijn adem stokte, het werd zwart voor mijn ogen en ik kon geen woord meer uitbrengen, omdat ik niet wist waar het over het ging. Ja, kolommen met cijfers, die ik zelf niet snapte. Mijn spreekbeurt werd overgenomen door een van de heren die er verstand van heeft en ik ging sprakeloos af door de zijdeur.
De tweede keer.
Heren, hier zijn de cijfers, maar het gaat niet over cijfers, die krijgt u van mij cadeau en kunt u in het weekend nalezen in de stukken. Vandaag gaan we het hebben over mensen. Voor de verandering zetten we die vandaag eens bovenaan. Niet over wat ze kosten, gaan we praten, maar over wat ze kunnen en doen. U heeft het zo graag over ‘het menselijk kapitaal’. U heeft er de mond van vol, u handelt erin, u verkoopt het aan de hoge heren op het hoofdkantoor en die in Den Haag.
Voor u zijn mensen een kostenpost. Mensen, die ook nog eens ziek kunnen worden, godbetert. Vaak mede door u. U roept om een dokter in de zaal, maar die moet vooral goed een schop onder de kont kunnen geven. Dan hoeft u dat ook niet zelf te doen.
We gaan het vandaag eens anders bekijken.
Emmy