Grasrot

Ze is bijna klaar voor de grote dag. Gea voelt haar maag even samentrekken. Nooit eerder heeft ze aan zoiets meegedaan. Maar Twan heeft haar verzekerd dat het fantastisch wordt. Een dag waar de mensen nog lang over na zullen praten.

Ze is Twan tegengekomen in haar volkstuintje. Ze raakten aan de praat en al gauw ging het over de toekomst van de natuur. Hij hield haar voor: ‘Wij mensen hebben de natuur vernietigd. Dus moeten wij met z’n allen offers brengen om de natuur te redden voor onze kleinkinderen; en we moeten daar op lokaal niveau mee beginnen.’ Zijn verhaal had Gea – net oma geworden – aan het denken gezet.

Bij hun volgende ontmoeting had hij haar verteld over grasrot, de nog onbekende sluipmoordenaar. Aanvankelijk was Gea sceptisch geweest, ze had niet eerder over grasrot gehoord. Maar Twan wist haar ervan te overtuigen dat er talloze onderzoeken waren geweest die hadden aangetoond dat grasrot de natuur vernietigde. Hij had haar diep in de ogen gekeken en verzekerd: ‘Het is hét kwaad van deze tijd. De reguliere wetenschap heeft zich jarenlang blind gestaard op andere verschijnselen, zoals stikstof, zure regen en glyfosaat. En ondertussen greep grasrot zijn kans.’

Twan had Gea’s handen vastgepakt en haar diep in de ogen gekeken: ‘Grasrot hebben wij zelf veroorzaakt. Wij allemaal, jij en ik ook. Het ontstaat doordat wandelaars en fietsers massaal de natuur intrekken en alles wat leeft, vermorzelen onder hun voeten of wielen. Zo raakt het gras rot tot in de wortel. Vervolgens worden naburige graspollen aangetast en na verloop van tijd ook struiken en bomen.’


Twan toonde haar beangstigende statistieken en foto’s van bruine grassen, mossen, dor hout en veel modder. ‘Dit is de natuur van onze kleinkinderen. Het is een kwestie van tijd voordat de natuur definitief het loodje legt. Je hebt toch zelf gezien hoe het bos hier verderop eruit ziet? Vreselijk toch, die kaalslag?


De enige manier om het totale verval te voorkomen is dat wij, onze generatie, een offer brengen. We moeten de natuur laten rusten en er minstens 25 jaar uit wegblijven.’ Twans vurige pleidooi had Gea geraakt. Zijn oplossing vond ze niet meer dan logisch. Een kwestie van ‘de schuldige betaalt’.
Gea was niet de enige aanhanger van Twan. Hij had inmiddels een flinke groep mensen om zich heen verzameld die bereid was om in actie te komen. Er was een nieuwe natuurbeweging opgestaan.

In een zaaltje had Twan zijn plannen voorgelegd aan de groep. ‘We staan aan de vooravond van iets heel belangrijks. Dat voelen we toch allemaal? Als wij niets doen, hebben onze kleinkinderen geen leven meer. Wij moeten boeten en rechtzetten wat we kapot gemaakt hebben. Wij hebben de toekomst in handen. We gaan actie voeren; en we beginnen lokaal.’ Vervolgens had Twan uitgelegd wat er die bewuste zaterdagochtend van iedereen werd verwacht. Gea luisterde geboeid. Deze energieke grote zestiger met zijn stoere leren jack en woeste grijze krullenbol nam de hele zaal voor zich in. Hij maakte ze allemaal even enthousiast en betrokken. Gea was trots op ‘haar’ Twan.


De actie bestaat uit het bezetten van het bos in Gea’s dorp. Het is de bedoeling om alle vijf de ingangen van het lokale bos af te zetten met drie lagen prikkeldraad. Daaraan worden grote borden opgehangen met: ‘Verboden Toegang’ en een qr-code die naar de gloednieuwe website van hun beweging leidt. Zo zullen ze de mensen beletten de natuur in te gaan. Twan zal een tiental spandoeken maken, om hun doel  onder de aandacht te brengen. Als actievoerders zullen ze pamfletten uitdelen en gesprekken voeren met de wandelaars en fietsers en hen overhalen om de natuur vanaf nu met rust te laten. Dat zal veel mensen aan het denken zetten. Er wordt ook veel pers uitgenodigd.

Nu, een paar dagen voor dé dag, stuurt Twan foto’s van enkele enorme spandoeken. Gea had gehoopt op leuzen als: Samen voor de natuur, Laat de natuur rusten. Maar ze leest: ToekomstPartij, voor rust in de natuur, ToekomstPartij voor natuurherstel, TP voor de toekomst. Ze schrikt. Er ligt wel erg veel nadruk op de naam van de partij, terwijl zij nog zo benadrukt heeft dat ze juist meedoet omdat hun beweging een burgerinitiatief is.

Ze gaat achter haar laptop zitten en zoekt naar ToekomstPartij. Ze leest: ‘We moeten offers brengen om ons land leefbaar te houden.’ ‘De toekomst gedijt bij boetedoening van onze generatie.’ Ze scant de standpunten van de partij, die gaan niet allemaal over de natuur: ‘Er moet een verbod komen op het houden van dieren, inclusief huisdieren, dieren belasten de leefomgeving.’ ‘Limburg scheiden we af van Nederland. In dat gebied kunnen we migranten opvangen.’ ‘Mensen die zich opofferen te emigreren, krijgen een ruime vertrekpremie.’
En in kleine letters staat er: ‘De ToekomstPartij, voorheen Partij Twan Peetvaart, is opgericht door bezorgde burger Twan Peetvaart. Hij zet zich in voor toekomstige generaties.’ Eén woord kwam wel erg vaak voor op de website: boetedoening.

Als ze googelt op Twan Peetvaart komt ze veel reacties tegen. ‘Deze charmante man weet veel mensen te strikken voor zijn waanideeën. Trap er niet in.’ ‘Hij zet iedereen aan tot boetedoening, daar kikt hij op.’ ‘Hij doet alles om in het nieuws te komen.’ ‘Hij ziet zichzelf als de hogepriester van de zelfkastijding en redder van de wereld.’ ‘Grasrot, ammehoela, hoe verzint hij het.’ ‘TP dient Twan Peetvaart en Twan Peetvaart alleen.’  


Gea laat alles even tot zich doordringen. Heeft Twan haar en de groep voor zijn karretje gespannen? Ze haalt alles van de afgelopen maanden nog eens terug. Ze ziet zijn warme bruine ogen weer voor zich. Ze is stiekem een beetje verliefd geworden op die bevlogen man. Misschien heeft Twan niet helemaal open kaart gespeeld, maar zijn bezieling en enthousiasme zijn toch echt? De mensen die kritiek hebben op Twan, doen die zelf wel iets voor de natuur? Of leveren ze alleen maar commentaar?

Ze zucht, ze is op tijd om hem te schrijven dat ze zaterdag niet kan komen. Maar is dat wat ze wil?
‘Ik hak morgenochtend de knoop door,’ besluit ze.

Elli