RUST

Ik weet niet of ik de wereld kan veranderen, maar ik kan wel proberen een beter mens te zijn. Ik wil ’s nachts goed kunnen slapen. Idealen heb ik niet. Niet meer, moet ik zeggen, want dat is wel eens anders geweest, toen ik als student op de barricaden stond, rebelleerde tegen gezagsdragers en voor niets en niemand bang was, als ik maar bereikte dat mensen ervan overtuigd raakten dat de wereld te verbeteren was door je in te zetten voor gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Ik ontdekte dat ik mezelf daarmee veel te veel profileerde. Dat verwachtingen hoog gespannen werden. Er veel te veel kennis en inzicht aan mij toegedicht werden. Ik daardoor akelig arrogant begon te worden. En evengoed niets voor elkaar kreeg. Hetgeen mij dan weer ernstiger werd aangerekend dan de meelopers, die op cruciale momenten wijselijk hun mond hielden.

Nu houd ik mij dus stil. Ik ga mijn eigen rustige gang. Ik doe mee aan de scheiding van afval. Ik eet meer seizoensproducten, geen aardbeien voor mij hartje winter. Sla regelmatig een vleesmaaltijd over. Doe een boodschap voor de buren. Steek een helpende hand toe bij zwaar tilwerk. Kook soep voor een zieke zoon. Doe licht uit in ruimten waar ik niet hoef te zijn. Draai de verwarming een graadje lager en loop naar de brievenbus, in plaats van de auto te nemen. Als er iets te verven valt, gebruik ik een product op waterbasis. Ik ben oprecht geïnteresseerd in de gebroken poot van de knuffelbeer van mijn neefje. En ik laat hem merken dat ik begrijp dat hij zijn papa mist die op dertigjarige leeftijd aan alvleesklierkanker stierf. Een keer in de maand kook ik voor de etage in mijn flat een voedzame maaltijd en organiseer een Oud-Hollandse spelletjesavond, die altijd druk wordt bezocht. De appels bij de groenteboer doe ik in een papieren zak. Ik luister uren naar de zorgen van de dochters en geef alleen gevraagd advies. Mijn vriendinnen kunnen hun geheimen bij mij kwijt; er zit een slot op mijn lippen. Mijn klusijver is wijd en zijd bekend. De poes van de buren mag gerust over mijn balkon wandelen. En het gras bij de buurflat is echt niet groener dan dat bij de onze.

Maar slapen doe ik niet.
De wereld verandert niet, noch ben ik een beter mens.
Er dreigt een nieuwe ijstijd in de verhoudingen op wereldniveau, ondanks mijn warme betrokkenheid bij jan en alleman zit er ook kou in mijn lucht.
Slapen doe ik niet.
Geen enkel geluid, geen enkele beweging, hoog staan de sterren.
Rust.

Emmy