De kogel was door de kerk. Op zekere dag hadden we besloten een robot aan te schaffen. Een stofzuigerrobot om precies te zijn. Thuisgekomen plaatste ik het apparaat midden in de huiskamer om de show rustig vanuit mijn favoriete stoel te bekijken. De zwarte robot kwam in beweging terwijl zijn ronddraaiende borsteltjes de stofdeeltjes en kruimels gretig verzamelden. Rode en blauwe lichtjes knipperden vrolijk en de aanwinst maakte me blij. ‘The floor is all yours’ wilde ik hem toeroepen. ‘Hem’ ja, want hij stond echt zijn mannetje. Wat fijn dat hij zo zelfstandig kon werken, want dat kon ons nieuwe speeltje. Ideaal.
We zagen hem als een welkome nieuwe huisgenoot en noemden hem “Spider”; ‘Spider, kom hier,’ commandeerden we soms. Ook vroegen we elkaar: ‘Heb jij Spider vandaag nog aan het werk gezet?’ Die naam hadden we niet zelf verzonnen, die stond er met sierlijke letters op, met de extra toevoeging “Dirt Devil”.
De toekomst leek fantastisch met die stofduivel. Maar helaas, de praktijk bleek anders. De robot had bij nader inzien niet zo’n goed richtinggevoel. Tenminste … misschien lag het aan mij maar ik kon zijn gedragingen niet volgen. Een keer of vier vijf achter elkaar volgde hij hetzelfde stukje plint met een soort zachte gevoelige aanrakingen, van die lieve bumpjes. Vaak sloeg hij plotseling af naar links of naar rechts, terwijl ik wilde dat hij rechtdoor ging. Ook ging hij secondenlang hotsebotsend rond bij mijn ficus in de hoek, dan weer op en neer van stoelpoot naar tafelpoot of hij reed zich vast op het kleed bij de bank. Ergerlijk. Moest ik in actie komen om het monster weer in beweging te krijgen.

Ik had mijn twijfels of elk stukje van de ruimte ook echt aan de beurt was gekomen. Mijn wantrouwen groeide. Ik had sterk het gevoel dat ik hem in de gaten moest houden. Niet voor niks, want op de slaapkamer kroop Spider welwillend onder het bed door tot ik hem kwijt was en hem alsnog – platliggend op de grond – met een lange stok tevoorschijn moest toveren van achter een minuscuul bedpootje. Minpunten!
Na toch nog enkele weken geduld bewaren gaf ik hem een laatste kans en probeerde me niet te ergeren aan Spider, afstand te nemen. De deur van de kamer waar hij ‘werkte’ deed ik dicht. Nee, niet stiekem even kijken nam ik me voor. Maar rust had ik niet, ik loerde toch voorzichtig om een hoekje, volgde hem een tijdje met mijn blikken, sloop naar hem toe, plaatste hem streng in een nieuwe richting of zette mijn voet dwars in de rijrichting zodat hij even terugdeinsde, om daarna weer eigenwijs zijn eigen gang te gaan. Hij deed me nog het meest denken aan een botsauto op de kermis zonder stuur en bestuurder. En ja, ik schaam me diep dat ik hem uit woede zelfs een schop gaf. Het stofzuigen kostte op die manier uren en leverde vooral ergernis op.
Ik moet dus bekennen: We zijn gewoon weer zelf aan het stofzuigen gegaan, of ‘we’? In ons huishouden hebben we al jaren een “directeur van de stofzuiger”! En deze topman heeft Spider op mijn verzoek weggestopt in een donkere kast en een supermoderne lichte steelstofzuiger aangeschaft. Eentje waar hij zelf heel blij mee was.
Niet alleen is onze directeur van de stofzuiger zeer bedreven in het aansturen van het nieuwe snoerloze wonder, hij is ook een enorme liefhebber van glas. Ons huis staat vol met glazen kunstobjecten, we hebben glazen deuren en zelfs glazen meubelstukken. Ze sieren ons interieur.
Des te groter was de desillusie toen deze allerbeste man onlangs met die ideale steelstofzuiger helemaal onbedoeld tijdens het werk in aanraking kwam met onze prachtige robuuste glazen tafel. Onze trots. Een kort moment van aanraking was genoeg om het breekbare meubelstuk in één klap totaal in gruzelementen te laten storten. Een ramp. Een puinhoop. Glas, glas en nog eens glas.


Eerlijk is eerlijk, met de eigengereide maar gevoelige Spider-Man was dit waarschijnlijk nooit gebeurd.
Weet je waar dit verhaal mee eindigt? Juist, een ouderwetse stoffer en blik!
Ineke
