Warm en rond, beoordeeld in Schrijven

Het korte verhaal Warm en rond over mijn Duitse oma heb ik in het voorjaar ingestuurd naar hét blad voor amateurschrijvers, Schrijven. In de rubriek Tekstuur worden ingezonden verhalen door Yke Schotanus beoordeeld. Deze schrijfdocent en dichter geeft feedback op de tekst. Regelrechte taalfouten en twijfelachtige formuleringen geeft hij zorgvuldig aan en hij doet ook suggesties voor verbetering. Voorts schrijft hij een algemeen commentaar over schrijfstijl, inhoud en kwaliteit.
Tot mijn verrassing zag ik in het oktobernummer van het blad mijn naam opduiken. Mij was niet van tevoren gemeld dat mijn verhaal voor een analyse was geselecteerd.   

Laat ik eerst het verhaal presenteren zoals ik het heb geschreven. Het is goed te weten dat dit kleine stukje proza onderdeel is van een groter geheel. Het maakt deel uit van mijn boek in wording over het leven van mijn Duitse moeder vóór, tijdens en na de tweede wereldoorlog.
De cijfers, die in de tekst staan, verwijzen naar de opmerkingen van Yke Schotanus; die vind je onder het verhaal.

Emmy

Warm en rond

Oma uit Duitsland logeert bij ons. In de jongenskamer heeft zij haar 1) rijk alleen. ‘Breng jij even een kopje thee bij oma?’ vraagt mijn moeder. Op mijn tenen loop ik het kamertje in. Het theekopje trilt een beetje op het schoteltje. Oma wordt wakker. Ze kijkt me met één oog aan, het andere houdt ze stijf dichtgeknepen. Het kopje wil ik op het nachtkastje naast haar bed zetten. Dat wil ik, 2) maar ik schrik van het oog dat mij daar aankijkt en ik laat het theekopje uit mijn handen vallen. Mijn moeder komt op het geluid af. 3)
‘Macht nichts, Schätchen,’ 4) zeggen beide vrouwen tegelijk.

Ik schenk in de keuken een nieuw kopje thee in. Ik zucht een paar keer diep. Ik weet natuurlijk wel dat mijn oma een kunstoog heeft, maar dat zij dat ’s nachts uitdoet, niet. Een koud rond ding is het.
Hoe komt oma aan haar glazen oog, wat is er gebeurd?

’s Avonds krijg ik de kans er met haar over te beginnen. We gaan haar haren wassen. Ze zit in de keuken, de deur goed dicht, want dit is een klusje voor vrouwen onder elkaar. Ik pak de warme bol van haar knot in mijn handen en peuter er de haarspeldjes uit. Een dunne waterval van grijs haar valt over haar schouders tot halverwege haar rug. Mijn moeder en ik werken snel, want zo lang houdt oma de gebogen houding niet vol. Mijn moeder zwiept het rubberen kraanslangetje heen en weer over het hoofd van oma en spoelt de zeep tot het laatste restje uit. Ik mag drogen. Ze kijkt me aan. Dan zie ik dat stille oog extra goed.
‘Seit wann hast du das und wie ist es gekommen?’ Ik tik op de wal onder haar kunstoog. 5)
Mijn moeder grist de handdoek uit mijn handen. ‘Ga haar nachthemd maar pakken,’ beveelt ze.

Als ik wegloop, zie ik hoe mijn moeder haar moeder in de armen neemt. Huilen ze?
Kans verkeken. Dit is taboe.

Jaren later pas hoor ik over het kunstoog. Het jongste zusje van mijn moeder, vertelt me welk drama zich heeft afgespeeld, toen oma nog een meisje was. Oma is dan al dood. Mijn moeder ook. Tante Eugenia pakt een zilveren doosje uit de pronkkast in haar zitkamer. Op paars fluweel ligt het oog van oma.  Ik moet huilen. Tante Eugenia trekt me tegen haar ronde, warme boezem.

Feedback van Yke Schotanus:

1)        De uitdrukking is: het rijk alleen hebben
2)        twee keer ‘wil ik’ is niet mooi. Misschien veranderen in: ‘Het kopje zet ik naast haar bed. Althans, dat wil ik, maar ik schrik…’

3)        Beide vrouwen kunnen dat niet gelijk zeggen. Moeder zou wel heel hard hebben moeten lopen.
4)        Komma buiten de aanhalingstekens.
5)        Het tikken naar voren halen, bijvoorbeeld voor ‘und’.

Zo nauwkeurig wordt de tekst gelezen. Met sommige van de verbeteringen ben ik het eens, met andere minder of niet.
In het algemene commentaar schrijft de criticus dat het “gelukkig” maar een fragment is. Daar begrijp ik uit, dat hij duidelijk nieuwsgierig is naar het vervolg. Dat beschouw ik als een groot compliment.
Van het stuk dat hij behandelde, werd hij wel een beetje kriegel: “de lezer mag te weinig weten” vindt hij en “dat kan ik niet uitstaan”, staat er. Hij wil weten wat er met dat oog is, welk “drama” speelde zich af, waarom wordt er gehuild? Hoe komt het dat de verteller pas jaren later met tante in gesprek komt, was het ik-personage dan eerder niet in Duitsland?
Ik begrijp die ergernis wel, maar in dit fragment – van 400 woorden – wil ik dat allemaal niet prijsgeven. Met die antwoorden kom ik in het complete verhaal. Voor mij is in dit korte stukje duidelijk, dat er een hoop ellende bij dat oog hoort. Dat geef ik ook aan als ik schrijf dat mijn moeder en haar moeder elkaar omarmen en lijken te huilen, als ik gevraagd heb hoe oma aan een kunstoog komt. Ik word zelf ook aan het lijntje gehouden. “Dit is taboe”, schrijf ik, dus: niet over praten. En door jaren later bij mijn tante meer over het oog te horen, wil ik aangeven dat ik uiteindelijk wel de stoute schoenen heb aangetrokken en over dit geheim ben gaan praten.

Yke Schotanus is er wel van overtuigd dat de auteur “voldoende in huis heeft om een en ander in het vervolg mooi neer te zetten”.
Met die laatste zin ben ik natuurlijk echt heel blij en het is een stimulans om door te werken aan het boek.

Hieronder het herschreven verhaal met daarin verwerkt wat ik wel en niet heb overgenomen van de suggesties van Yke Schotanus.

Warm en rond

Oma uit Duitsland logeert bij ons. In de jongenskamer heeft zij haar rijk alleen. (hier heb ik expres haar rijk gezet, om aan te geven hoe bijzonder oma is voor mij en hoe mijn moeder zorgde dat zij haar privacy had). ‘Breng jij even een kopje thee bij oma?’ vraagt mijn moeder. Op mijn tenen loop ik het kamertje in. Het theekopje trilt een beetje op het schoteltje. Oma wordt wakker. Ze kijkt me met één oog aan, het andere houdt ze stijf dichtgeknepen. Het kopje wil ik op het nachtkastje naast haar bed zetten. Dat wil ik, maar ik schrik van het oog dat mij daar aankijkt en ik laat het theekopje uit mijn handen vallen. (Twee keer ‘wil ik’ heb ik laten staan, om mijn goede wil en schrik te benadrukken.)
Mijn moeder is vliegensvlug op het geluid afgekomen. ‘Macht nichts ,’ zegt ze.
‘Ach nein, Schätzchen,’ zegt oma.

(Dit gedeelte heb ik veranderd. Ik heb mijn moeder heel hard laten lopen en oma en zij spreken nu niet tegelijk.)
Ik schenk in de keuken een nieuw kopje thee in. Ik zucht een paar keer diep. Ik weet natuurlijk wel dat mijn oma een kunstoog heeft, maar dat zij dat ’s nachts uitdoet, niet. Een koud rond ding is het.

Hoe komt oma aan haar glazen oog, wat is er gebeurd? ’s Avonds krijg ik de kans er met haar over te beginnen. We gaan haar haren wassen. Ze zit in de keuken, de deur goed dicht, want dit is een klusje voor vrouwen onder elkaar. Ik pak de warme bol van haar knot in mijn handen en peuter er de haarspeldjes uit. Een dunne waterval van grijs haar valt over haar schouders tot halverwege haar rug. Mijn moeder en ik werken snel, want zo lang houdt oma de gebogen houding niet vol. Mijn moeder zwiept het rubberen kraanslangetje heen en weer over het hoofd van oma en spoelt de zeep tot het laatste restje uit. Ik mag drogen. Ze kijkt me aan. Dan zie ik dat stille oog extra goed.
‘Seit wann hast du das?’ Ik tik op de wal onder haar kunstoog. ‘Wie ist es gekommen?’
(Hier heb ik de suggestie van Yke Schotanus overgenomen; dat maakt het levendiger.)
Mijn moeder grist de handdoek uit mijn handen. ‘Ga haar nachthemd maar pakken,’ beveelt ze.
Als ik wegloop, zie ik hoe mijn moeder haar moeder in de armen neemt. Huilen ze?
Kans verkeken. Dit is taboe.

Als ik na jaren in het ouderlijk huis van mijn overleden moeder meer te weten wil komen over het Duitse deel van haar leven, vertelt haar jongste zusje welk drama zich heeft afgespeeld, toen oma klein was. Als ze klaar is met haar verhaal, zijn we allebei in tranen. Tante pakt een zilveren doosje uit de pronkkast in de zitkamer. Op paars fluweel ligt het oog van oma. Tante Eugenia trekt me tegen haar ronde, warme boezem.
(Dit slotdeel heb ik veranderd om te verklaren dat ik eindelijk de moed heb gevonden over dit onderwerp te praten, al ben ik misschien al vele malen eerder op familiebezoek in Duitsland geweest. En zonder te verklappen wat de ware toedracht was, toont deze passage wel dat het verhaal van Tante om te huilen is.)

Tussen haakjes: alle verhalen die op ons blog verschijnen, worden ook zo minutieus bekeken. Voorstellen ter verbetering of aanpassing worden aan de schrijfsters voorgelegd en die nemen ze al of niet over, want het blijft hun verhaal; type- of spellingfouten worden uiteraard altijd verbeterd.