Onverwacht Japan

Japan, een plaatje – maandag

Vandaag schepen wij niet in op een toeristenboot om de machtige rivier de Sumida, die door Tokio stroomt, te bevaren. We wonen ook niet stilletjes een plechtige theeceremonie met groene thee bij. Vandaag hebben we andere plannen. Op onze hotelkamer liggen een paar leuke kimono’s, van die Japanse jassen met wijde mouwen en een stoffen strikceintuur met veel ruimte om de buik te overlappen. Die worden gebruikt om naar de speciale baden te gaan in en rond het hotel. Nadat je jezelf helemaal hebt gereinigd, sta je op van je houten krukje om in een warm, weldadig bad te glijden, waar je koppie precies bovenuit steekt. De penetrante zwavelgeuren dringen je neus binnen. Die kimonojas is dan inmiddels allang weer uit, dat mag duidelijk zijn. In bad gewoon in je blootje.

Onze badjas-kimono speelt vandaag de hoofdrol. We gaan in onze hotelkamer wat leuke plaatjes schieten. Dat wordt lachen. Wij westerlingen in zo’n kimono, heel speciaal.

Eerst zoeken we natuurlijk de juiste plaats en pose. Gaan we zitten op de twee stoeltjes? Een stoel voor de een en juist niet voor de ander? Levendiger plaatje. Of toch op de rand van het grote bed? Ja, beter. We zoeken een plekje voor het fotoapparaat, zodat we er goed op komen te staan. Dan bedenken we hoe je zo’n zelfontspanner ook alweer moet instellen. Ja, gelukt. Klaar? Op het knopje drukken maar. De seconden tellen we af. In de haast om op het bed terecht te komen, struikelt de fotograaf zowat over de losse ceintuur en even later prijkt alleen een stuk van de enorme mouw op het plaatje. Niet goed. Opnieuw.

Poging twee, het bed wel op tijd gehaald, maar nu valt het onderwerp in spe van de foto languit op het bed met al die onhandige lappen stof om zich heen. Lachen. Hilariteit. Poging drie. Eerst goed voorbereiden nu. Een beetje serieus. Zes, vijf, vier, drie, … ja: de kimono valt gedeeltelijk open. Een grappige foto.

Morgen gaan we gewoon weer als brave toeristen mee met een busreis. Op naar het beroemde tempelcomplex van Nikko, via spectaculaire haarspeldbochten naar opvallende rode bruggetjes over lieflijke waterstromen en in het berggebied uitzicht op een eindeloze waterval.

Dat levert vast ook mooie plaatjes op.

Onverwacht Japan – zaterdag

Vandaag doen we het anders. Vandaag bewonderen we geen indrukwekkende tempel. We verbazen ons niet over perfect geknipte boomkruinen in een parkachtige tuin met romantisch bruggetje en duizenden gekleurde vissen krioelend onder onze voeten. Vandaag nemen we ook geen tijd om beeldschone geisha’s te spotten die giechelen achter hun hand. Vandaag geen keizerlijk paleis waar piepende houten vloeren in vroeger tijden de vijand in aantocht verraadden. Kyoto, wat heb je veel te bieden, in dit mysterieuze land Japan.

Maar vandaag, vandaag doen we het anders.

Tijd om wat rond te slenteren, tijd om te zien wat de gewone Japanner zoal doet op een zaterdag. Een lange rij beweegt zich traag richting een gebouw en wij sluiten aan. Daar binnen moet iets te zien zijn. Te midden van een groepje druk pratende Japanners lopen we mee. We willen alleen maar even kijken, nieuwsgierig als we zijn.

We nemen de lift naar de bovenste etage en stappen uit. En daar zien we een complete afdeling met alleen maar relaxstoelen, de een nog groter dan de ander, met de allernieuwste snufjes op het gebied van liggen, masseren en allerlei ander heerlijks dat we nog moeten ontdekken. Wie zegt dat de Japanse mens niet van het relaxen is, heeft het dus grondig mis. Kennelijk zijn we bij een soort huishoudbeurs beland, waar alles te vinden is wat het leven voor de Japanner aangenaam maakt. We wippen en experimenteren erop los. Het kietelt. We proberen er serieus bij te blijven kijken. Net als de andere bezoekers. Hoewel wij zeker opvallen, in elk geval als we even later bij de lunch in het restaurant met eetstokjes onze noedels naar binnen proberen te werken. Slurpen betekent dat het lekker is. Dat is wat we met de overgebleven soep doen. Onze pogingen worden gewaardeerd, we zien goedkeurende knikjes.

Dan lopen we een verdieping lager bij een tentoonstelling binnen. Creatief Kyoto heeft zich uitgeleefd en vrouwen hebben een expositie ingericht met hun werken. Plots ontstaat er wat reuring en er komt een delegatie keurig geklede dametjes naar ons toe. Wij worden toegesproken alsof we de keizer en keizerin van een vreemde, maar bevriende mogendheid zijn. We krijgen cadeautjes. Enkele dames begeleiden ons van het ene kunstwerk naar het volgende. We tonen ons enthousiast, maar zijn tegelijk helemaal beduusd. We kijken elkaar aan. Nee, dit is geen grap! Er wordt de ene na de andere foto gemaakt. Voor hun contactblad? Voor de lokale krant? Waarom ons deze eer te beurt valt? We zullen het nooit weten. Blij aanvaarden we het allermooiste schilderijtje dat ons met een buiging ten slotte als geschenk wordt overhandigd

Verrassend, dit Japan.

Japan schoon – donderdag

Vandaag, in de derde week van onze rondreis door Japan, doen we het ook anders. Na alle toeristische Japanse hoogtepunten – neem nou alleen al het grandioze uitzicht over de stad vanuit de Tokyo Tower, een soort Eiffeltoren – besluiten we op deze dag juist de diepte in te gaan. De diepere lagen van Tokio ontdekken. Nee, ik bedoel niet dat we een van de vele metrostations in gaan met een wirwar aan lijnen en voor de buitenlandse bezoekers veel onleesbare teksten en aanwijzingen. Nee, dat is het niet. We hebben gehoord dat Nederlanders hier in de stad vroeger een belangrijke rol hadden in het aanleggen van de waterhuishouding. Afvalwater afvoeren. Het zullen onze landgenoten niet zijn.

Van bekenden in de miljoenenstad kunnen we hun fietsen gebruiken. We zoeken onze weg door kleine straatjes, zigzaggen tussen de voetgangers door, want de rijweg is voor fietsers verboden gebied. De mensen op straat dragen mondkapjes. Sommigen hebben lange handschoenen aan en hoofddeksels met flappen in de nek, om zich te beschermen tegen de zon. We zien onderweg eenvoudige houten huisjes. Appartementgebouwen, winkeltjes en hallen met gokautomaten laten we links liggen en we volgen enkele kilometers fietspad langs een brede waterstroom. Uiteindelijk komen we na wat zoeken uit bij het Rioolmuseum, het doel van deze dag. Een lift brengt ons een flink aantal meters omlaag, moeder aarde in. We stappen uit waar een enorme, doorzichtige rioleringsbuis voor ons ligt. Die werkt echt. Dit is speciaal. We kunnen er gewoon in lopen. Zonder nat of vies te worden weliswaar. Een rare gewaarwording, een buis van flink wat meters doorsnee, waarin Japanse afvalstromen hun weg vinden. Een glazen wand scheidt ons van de smurrie. Het is te hopen dat hij juist op dit moment niet barst.

We kijken op verschillende verdiepingen rond waar heel wat aanvullende informatie te vinden is. Wat wij – en ook de Japanners hier –  voelen is een enorm respect voor onze ondernemende landgenoten.

Die Nederlanders toch, die deden altijd al hun stinkende best.

Ineke