Pelgrim


Het is tijd om te gaan!

Hij kan de stem in zijn hoofd niet negeren. En dus zal hij aanstaande zondag vertrekken. Santiago de Compostella wacht op hem.
Hij voelt dat hij het juiste doet. Zijn familie en vrienden zijn bezorgd en verklaren hem voor gek. ‘Je gaat midden in de winter toch geen 2500 kilometer fietsen?’ ‘Alle campings zijn dicht, waar ga je slapen?’ ‘Veel te koud, veel te nat, waarom wacht je niet nog een paar maanden?’ ‘Waarom doe je jezelf dit aan?’ Logisch dat zij twijfels koesteren. Maar hij weet dat hij moet luisteren naar de stem van de Camino. Hij weet dat het tijd is om op pad te gaan.


Hij was al eens eerder in Santiago de Compostella. Een tocht vanuit Lourdes. Het was zomer en hij werd vergezeld door talloze andere reizigers. Onder hem diverse andere pelgrims. Hij herkende ze, als geestverwanten. Een pelgrim laat zich leiden door wat er onderweg gebeurt. Die koestert het onderweg zijn, omarmt wat zich aandient en luistert naar zijn intuïtie. Voor hem doet de afstand er niet zozeer toe, het bereiken van een overnachtingsplek, het inslaan van voedsel of het voorbereiden van de volgende dagetappe. Een pelgrim leeft in het moment en vertrouwt erop dat alles goed komt. Hij staat open voor het onverwachte. Hij zoekt inzicht, verdieping, acceptatie of misschien zichzelf. Vaak is hij op zoek naar antwoorden op vragen die nog gesteld moeten worden.

Toen hij in Santiago was aangekomen, kon hij niet benoemen wat de tocht hem opgeleverd had, wat hij geleerd had, of wat zijn diepste ervaringen waren. Dit, ondanks zijn dagelijkse meditaties, zijn ontvankelijkheid voor het moment en de mooie gesprekken met medepelgrims. Hij wist niet of hij zich innerlijk nu voldaan voelde, of hij antwoorden had gekregen. Maar ja, misschien was dat ook wel het lot van een pelgrim, dat spirituele vervulling zich nou eenmaal niet rechtstreeks als een cadeau of beloning manifesteert. De tocht was mooi geweest. Het was goed – althans voor het moment.

Hij was nu anderhalf jaar verder. Zijn baas was al een tijdje failliet en zijn vriendin was niet meer bij hem teruggekomen. Zijn ouders spoorden hem aan niet te blijven hangen in een persoonlijke zoektocht: ‘Je moet ander werk zoeken en je leven opnieuw opbouwen.’ Maar hij wist: zijn ontdekkingsreis was nog niet voltooid. Hij moest opnieuw naar Santiago de Compostella.


En dus zet hij zijn fiets klaar en begint met het inpakken van zijn bagage.
Op 2 januari trekt hij de deur achter zich dicht. Zijn buik verkrampt en hij zucht even als hij de donkere lucht ziet en de buitentemperatuur voelt, 3 graden. Maar hij herpakt zich. Alles heeft immers een reden en ergens onderweg zal de zin van alles zich aan hem openbaren. Monter stapt hij op zijn zwaarbeladen fiets, het onbestemde tegemoet.

Elli