De eerste keer

Voor alles is een eerste keer. Ik ga voor het eerst een hele dag zonder zijn moeder op mijn eenjarige babykleinzoon passen. Quarantaineregels zorgen voor onderbezetting bij het kinderdagverblijf. Met een belangrijke eigen werkopdracht komt dochterlief in de problemen. Een moeder met de handen in het haar. Dus ze vraagt: ‘Kan hij een dagje bij jullie?’
Het is wel even wat georganiseer. Ze komt hem tegen de avond brengen, blijft in Brabant slapen en sjeest de volgende ochtend in alle vroegte naar Amsterdam terug om het praktijklab forensisch onderzoek voor haar studenten op te stellen en logisch en leerzaam te maken.
Mijn moederhart is groot, maar mijn moederhandigheid is ver te zoeken. Ik moet er meer dan veertig jaar voor terug. Hoe ging dat ook alweer om beweeglijke baby’s in hun luier en kleertjes te hijsen? Wat doe je ook alweer als een kind niet in slaap kan komen? Hoe maak je van de maaltijden niet één grote knoeiboel?

De rest zal best lukken, want hij is een nieuwsgierig kind die wil spelen. Het is er zo eentje die uren speelplezier beleeft aan het vullen van een doos en die weer leeghalen. Proberen welke deksel op welke pan past. Pas ikzelf in de wokpan? Wat gebeurt er als ik achter die deur daar ga? Zouden ze me dan komen zoeken? En hij vindt het ook heerlijk om samen een boekje te kijken en naar je stem te luisteren die vertelt over een dikke beer, die dol is op knuffelen. Liedjes zingen, ook een feest.
Een frisse neus halen, misschien even in het gras stappen, want lopen kan hij nog maar pas; dat kan je niet genoeg laten zien.

Het wordt dus een dag om naar uit te kijken.
Oma zal gesloopt zijn, want de tomeloze energie van onze jonge schat is in dit oudere lichaam niet meer zo rekbaar. Wees gerust: met opa ga ik het echt wel redden.
Ik zie zijn stralende lach voor me en ik verheug me op de blijdschap van zijn moeder als ze hem na zijn logeerpartij weer komt halen.
Ook voor haar is het na veertien maanden de eerste keer een dag zonder die kleine man.

Emmy