Koningin Priscilla

Ik heb nooit een goed richtingsgevoel gehad. Maar ik heb Henk en tegenwoordig ook een GPS. Op die zonnige zomermiddag is Henk alvast naar de camping gefietst. Dus ik sta zonder hem en ook nog eens zonder GPS bij een kruising te twijfelen.

Ik wilde graag nog even door het historische stadje Tecklenburg dwalen. Wij zijn in dit Duitse stadje om van daaruit lekker door het Teutoburgerwoud te fietsen. We hebben ook kaartjes gekocht voor het prachtige openluchttheater, dat schitterend gelegen is bij een indrukwekkende kasteelruïne.



Deze zomer wordt Priscilla opgevoerd, een verhaal over Australische dragqueens die met een oude bus  – Priscilla genaamd – de woestijn doorkruisen en shows geven. Om ons voor te bereiden hebben Henk en ik nog eens naar de film Adventures of Priscilla, Queen of the Desert (uit 1994) gekeken. Als de Duitse musical dit verhaal volgt, wordt het vast en zeker een kleurrijk spektakel.

Ik fiets slingerend door het stadje, over smalle steile paadjes. Een mooie route. Alles gaat goed. In een steile klim schakel ik verkeerd en mijn ketting loopt eraf. Ik krijg het voor elkaar mijn fiets te ‘repareren’ en de ketting er weer om te leggen. Nu sta ik bezweet van de inspanning bij deze kruising. Moet ik nou links, rechts of rechtdoor? Hoe moeilijk kan het zijn om de weg terug naar onze camping te vinden? Heel moeilijk voor mij. Ik weet dat er veel slingerweggetjes rondom het stadje liggen en dat ik – bij een verkeerde keuze – veel kilometers extra zal moeten rijden. Mijn gevoel zegt me dat ik rechtsaf moet, maar voor de zekerheid zal ik toch maar even op m’n telefoon kijken. Verdorie, mijn handen zitten vol kettingsmeer.

Op dat moment stopt er een zwarte auto naast me. Het raampje gaat open. ‘Kann ich Ihnen helfen?’ Ik kijk in twee vriendelijke donkere ogen. De man is geschminkt, hij heeft kohlranden rond zijn ogen en zijn lippen en wangen lijken rood aangezet. Zijn witte shirt heeft artistieke gaten en franjes. ‘Eh, weet u de weg naar de camping misschien?’ ‘Jazeker,’ zegt hij, ‘dan moet u linksaf en onderaan de berg rechts aanhouden.’ Ik hoor amper wat hij zegt. Ik ben behoorlijk onder de indruk van deze mooie man. Zijn vrolijke ogen kijken me indringend aan. Zijn het pretoogjes? Vindt hij dat ik er komisch uitzie, in mijn fietsbroek, met ‘t zweet op mijn voorhoofd en smeer aan mijn handen? Of lacht hij me alleen maar vriendelijk toe? ‘Bent u Schauspieler?’ hoor ik mezelf zeggen. ‘Ja, dat klopt, ik speel in Priscilla,’ zegt hij. In gebroken Duits stamel ik iets van: ‘Oh wat leuk, dan komen wij morgenavond naar u kijken.’ ‘Ah, ik hoor dat u uit Nederland komt? Wat leuk dat we een internationaal publiek trekken,’ zegt de man. ‘Ik ben Adriaan.’

Ik wil het gesprek graag voortzetten, maar ik weet niets meer te zeggen dan: ‘Eh, eh, Elli,’ terwijl ik naar mijn telefoon staar. Wat zei hij nou over de route? ‘Zeker weten, niet rechtsaf?’ vraag ik schaapachtig. Een paar tellen later is de mooie Adriaan uit de auto gestapt en staat hij naast mij. Hij kijkt me nog steeds lachend aan en komt dan ineens wel heel erg dicht bij me staan. Wat gebeurt hier? Hij pakt mijn gezicht met zijn handen en knikt: ‘Zeker weten linksaf en onderaan de berg rechts.’ Dan veegt hij met een doekje over mijn wang. ‘Ik kan u toch niet zo op pad sturen, met zo’n zwarte veeg over uw gezicht? U lijkt wel een Schauspielerin.’ Een vette knipoog volgt en hij stapt in de auto. ‘Danke, bis morgen,’ roep ik hem zachtjes na.

Ik vertel Henk in geuren en kleuren over mijn onverwachte ontmoeting met deze mooie, aardige man, met een heuse acteur. De volgende dag zitten we in het theater. Nieuwsgierig bekijk ik het programmaboekje waarin een tiental foto’s staan. ‘Wow, dit is ‘m, dit is ‘mijn Adriaan’’, wijs ik. ‘En dit is ‘m ook, en dit…. Sjonge, hij staat overal prominent in beeld.’ Adriaan blijkt zowaar de hoofdrolspeler van de musical Priscilla te zijn. Hij speelt en zingt die avond de sterren van de hemel. Ik geniet en ik glim van trots: mijn Adriaan is de koningin van de show, een ster, ‘mijn’ ster.

Elli