Remco Campert

Schrijver/dichter Remco Campert (1929), is overleden op 4 juli 2022. Hij verdient het zo om, opnieuw, gelezen te worden.

‘Het leven is vurrukkulluk,’ zei Panda. Het is de openingszin en de titel van zijn  debuutroman uit 1961. Het was mijn kennismaking met Remco Campert op de middelbare school. Lezen is voor mij een feest dat nooit is weggeweest. De lichtheid en humor waarmee dit boek is geschreven zijn zo in tegenstelling tot wat hij als 13-jarige jongen in de oorlog heeft meegemaakt. Zijn vader, de dichter Jan Campert, was actief in het verzet van W.O. II. Hij werd door de Duitsers opgepakt en getransporteerd naar het concentratiekamp Neuengamme. Hier overleed hij in 1943.

De uitgave van De Bezige Bij uit 2017 ‘Campert & Campert’ is een indrukwekkende bloemlezing van vader en zoon. Beiden dichter en schrijver en beiden betrokken bij de wereld. Groot zijn de verschillen in onderwerp en schrijfstijl. Jan Campert schrijft een lang gedicht – De achttien dooden – geïnspireerd op achttien verzetshelden die gefusilleerd zijn in 1941. Van Remco Campert lees ik een luchtig kort verhaal ‘Een olifant in de achterkamer’. In het voorwoord zegt Remco: ’Maar nu heeft het schrijven ons alsnog samen gebracht’.
Hieronder het gedicht en het begin van het luchtige verhaal:

DE ACHTTIEN DOODEN

Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien….

EEN OLIFANT IN DE ACHTERKAMER
‘U moet mij als een vriend beschouwen, die u geheel en al in vertrouwen kunt nemen,‘ zei de psychiater….

Wat later blader ik door de lijvige biografie van Mirjam van Hengel: ‘Een knipperend ogenblik, portret van Remco Campert’. Het is uitgegeven in 2018. Zij omschrijft zelf haar boek als een mengeling van feiten en fictie. Ik lees dat Remco haar eens zei dat hij zich nooit verplicht heeft gevoeld aan de waarheid en dat hij hoopte dat zij dat ook niet zou doen. Het is een boek dat vol staat met zijn levensverhaal maar ook met teksten, gedichten, foto’s en tekeningen. 
Hierin vind ik een gedicht over de jazztrompettist en zanger Chet Baker waar hij een groot liefhebber van was:

Zijn stem is een zachte regen
als de kleine voeten van het vreemde meisje
op het mollige tapijt

of de muziek die klinkt
‘s avonds van eilanden in de Moldau
waar volleybalnetten gespannen zijn.

Voor in zijn mond zingt aarzelend de liefde.

Zachte regen een wolk van muggen in de zomer
de poel met ganzen in het vuil-witte dorp
dat zo Russisch aandeed.

Kus me.

We voeren dagen en dagen.
Ik was gelukkig als er stroomversnellingen kwamen
droevig als de ochtendmist met meisjesnamen de tent indreef
Op zijn tong ligt veilig de liefde.

Zijn stem is poëzie zoals de glasgeslepen kiezelsteen
de gebroken lijn van potlood op papier
je ogen die ik liefheb

kus me.

Zachte regen zeer romantisch aan het raam
ik strek mijn wapens ik sta met lege handen
ik ben een bloederig geraamte vul mij met zachtheid
kus me met de warme mond van je muzikale lichaam.

Remco Campert was veelzijdig. Hij begon als dichter en ging later ook romans schrijven. Veel gelezen waren zijn columns in de Volkskrant. Het scenario voor de succesvolle film ‘Het gangstermeisje’, van regisseur Frans Weisz uit 1966, is gebaseerd op zijn boek met dezelfde titel.

Remco was geliefd als spreker, hij kon prachtig vertellen. Ondanks zijn grote talenten en successen bleef hij bescheiden. Dat blijkt uit een interview in de NRC in 2020:’Ik moet veel doen want wat ik gedaan heb, stelt weinig voor.’

Ik ben blij met de schitterende collectie lezenswaardige geschriften die hij ons heeft nagelaten.

Nelleke