Einde en begin

Als ik maar één dichtbundel mag meenemen naar dat befaamde ‘onbewoonde eiland’, zou dat weleens de bundel Einde en begin van de Poolse dichteres Wislawa Szymborska (1923-2012) kunnen zijn. Deze bundel ligt onder handbereik op mijn werktafel en is doorschoten van gekleurde papiertjes op de bladzijden waar ik mijn favoriete gedichten kan vinden.

Uit de gedichten van Wislawa Szymborska blijkt hoe aandachtig ze kijkt naar de wereld om haar heen. Zij ziet en weet wat wij mensen elkaar aan kunnen doen, maar ze kijkt met mededogen. Haar gedichten hebben bijna altijd iets lichts ondanks de zwaarte van het onderwerp en zijn daardoor troostrijk.
Fantasievol en speels brengt ze haar inzichten onder woorden.
Zo ook in het onderstaande gedicht: 

DE VREUGDE VAN HET SCHRIJVEN

Waar rent die geschreven ree door het geschreven bos naartoe?
Gaat ze van het geschreven water drinken
dat haar snuitje als een doorslag spiegelt?
Waarom tilt ze haar kop op, hoort ze iets?
Op vier van de waarheid geleende pootjes steunend
spitst ze onder mijn vingers haar oren.
Stilte – dat woord ritselt ook over het papier
en het duwt
de door het woord bos veroorzaakte takken uiteen.

Boven het blanco papier liggen ze op de loer,
de letters die zich misschien niet zullen schikken,
de insluitende zinnen
waaraan niets of niemand ontkomt.

In elke druppel inkt zit een flinke voorraad
jagers met toegeknepen oog,
klaar om langs de steile pen omlaag te rennen,
de ree te omsingelen en aan te leggen voor het schot.

Ze vergeten dat dit niet het leven is.
Zwart op wit heersen hier andere wetten.
Een oogwenk zal zo lang duren als ik wil,
ik kan hem opdelen in kleine eeuwigheden,
vol in hun vlucht gestuite kogels.
Zo ik het beveel, zal hier nooit meer iets gebeuren.
Buiten mijn wil zal zelfs geen blaadje vallen,
geen sprietje buigen onder de punt van enig reeënhoefje.

Er bestaat dus een wereld
waar ik absoluut over het lot regeer?
Een tijd die ik met tekenketens bind?
Een bestaan, continue op mijn bevel?

De vreugde van het schrijven.
Het vermogen te bewaren.
De wraak van een sterfelijke hand.

Wislawa Szymborska werd in 1996 bekroond met de Nobelprijs voor literatuur. Einde en begin bevat de vertaling van vrijwel alle gedichten die zij van 1957 tot 1997 heeft gepubliceerd, bij elkaar zo’n 175 stuks. Deze gedichten zijn vertaald door Gerard Rasch. Hij ontving in 1997 voor zijn vertalingen uit het Pools de Martinus Nijhoffprijs voor Vertalingen.
Op Youtube zijn verschillende video’s met interviews met Wislawa Szymborska te vinden.

Margreet