First date

‘Wat terrassen en drank betreft, zitten we in ieder geval op één lijn,’ constateert de man tevreden. ‘En wat doe jij zoal in je vrije tijd?’ Hij kruipt dieper in zijn leren jack, haalt een hand door zijn grijze krullen en neemt een flinke slok van zijn wijn. ‘Ik ga graag uit, bezoek een theater of tentoonstelling,’ begint de bont geklede vrouw met het kunstig opgestoken blonde haar tegenover hem. Een beetje gegeneerd doe ik een vruchteloze poging om mijn stoel van het tweetal af te draaien.

Henk en ik fietsten in de buurt van Nederhemert. ‘Zullen we het rivierengebied vandaag eens verkennen?’ had Henk voorgesteld, ‘en een fietstochtje tussen Maas en Waal gaan maken?’ En zo hadden we op deze zondagochtend al een mooi eindje gefietst in een prachtige omgeving, toen de lucht begon te betrekken. Het bordje ‘Terras over 500 meter’ kwam als geroepen. Net voor de eerste druppels vielen, zaten we comfortabel onder een enorme parasol. Het scherm omspande ook het tafeltje van onze buren, een stel van een jaar of vijftig. Om geen van allen nat te worden, zaten we dichter bij elkaar dan gebruikelijk, op elkaars lip zogezegd. We waren over en weer noodgedwongen deelgenoot van elkaars gesprekken.

Het gesprek van Henk en mij gaat over de route, het fietsen, het weer en het al dan niet bestellen van een vroege lunch. We bestuderen de menukaart en besluiten iets te eten. Daarna zal de bui vast over zijn.
‘Ik kom graag in de Westergasfabriek,’ zegt de vrouw met een lekker Amsterdams accent. ‘Da’s ook toevallig,’ onderbreekt de man haar, ‘we hadden elkaar daar dus gewoon tegen kunnen komen?’
Of ik wil of niet, ik kan het gesprek niet níet horen. Onze soep wordt geserveerd. Het gesprek tussen Henk en mij valt stil. Terwijl wij eten, zetten onze buren hun verkenningen gewoon voort.


‘Even een tussenstandje doen?’ vraagt de man. ‘Hoe bevalt het je tot nu toe? Of beter, hoe beval ik je tot nu toe?’ Even blijft het stil. ‘Als je het lastig vindt om als eerste die vraag te beantwoorden, zal ik de aftrap geven. Ik vind je een aantrekkelijk wijf. Sorry dat ik dat zo blunt zeg. Ik ben nu eenmaal recht door zee, maar dat had je vast al begrepen. Je ziet er hartstikke goed uit; ik hou wel van stoere vrouwen, zonder al te veel opsmuk, die durven te genieten. Ik denk dat er wel een klik is, een basis om na deze eerste kennismaking verder te gaan.’ ‘Dat denk ik ook,’ zegt zijn metgezel. ‘Ik heb het gevoel dat we over veel dingen hetzelfde denken. Het lijkt wel of ik je al jaren ken.’
‘Mooi! Laten we daar op proosten, en op alle mooie dingen van het leven,’ zegt de man.


Het voelt allemaal hoogst ongemakkelijk. Gelukkig is het na de lunch inderdaad zo goed als droog. We kunnen weer verder. We staan op en ik hoor de man tegen zijn tafelgenote, zeggen: ‘Het gaat kriebelen bij mij. Ik begin zowaar haast te krijgen, ik wil er werk van maken, tempo maken.’
Werktuiglijk knik ik de buren – die totaal geen oog voor ons hebben en waarschijnlijk ook nooit gehad – gedag. Ik geef Henk een duwtje in de richting van onze fietsen: ‘Het kriebelt bij mij ook. En ik begin ook haast te krijgen. Kom, we gaan tempo maken.’

Elli