Reisgenoten 1 Een beetje suf nog zit ik onder het bemoste dakje van de abri te wachten op de bus naar het station in Eindhoven. Het is zondagochtend,
Het water komt ‘Mamma, mamma, waar ben je?’ Ik hoor het hartverscheurende stemmetje van een kleine jongen die alleen is achtergebleven in de boerderij.
Ik slaap hier vast wel vaker Zonder na te denken, liep ik op de keet af. Ik opende de deur – natuurlijk was die open, dat moest zo zijn. Ik wist het meteen: dit was míjn plekje.
Hartsvriendin Het was een lange reis om op mijn uiteindelijke bestemming te komen. Maar niets daarvan had ik willen missen. Zoveel aandacht en zorg had ik nog nooit eerder gekregen.
Zwemmen Vanmorgen gleed ik als eerste in het strak glanzende water van het zwembad. De andere zwemmers worstelden in de badhokjes nog met hun kleding
Sun Moon Lake Toen ik voor het eerst die naam hoorde – Sun Moon Lake – had ik er meteen een romantische voorstelling bij.
Geschenk uit de hemel De stoelen op het terras van het café zijn allemaal bezet. Ik ontwaar een lege plek op de bank tegen de pui. Een geschenk uit de hemel,
Misschien blijft alleen de weemoed over Ze sluit haar auto af en controleert nog even of de lichten uit zijn. Een fractie van een seconde voelt ze de neiging om te kijken of zijn auto er staat.
Levenslang Om zes uur gaat de vlag halfstok Om acht uur is het even stil Dan denken we terug aan toen,