Geschenk uit de hemel

De stoelen op het terras van het café zijn allemaal bezet. Ik ontwaar een lege plek op de bank tegen de pui. Een geschenk uit de hemel, want ik ben bekaf van het geslenter door de stad. Ik heb geen voeten meer. Excuses mompelend wurm ik mij overal tussendoor. Mijn gele omslagdoek sleept een half opgegeten chocoladebol mee. ‘Oeps, sorry.’ De slagroom hangt in de franjes. Ik sabbel ze nonchalant schoon.
Ik plof neer en maak de zak met het uitgezochte cadeau een beetje open. Ik gluur naar binnen en ben dik tevreden. ‘Dag Caro,’ hoor ik ineens. Als ik opkijk, zie ik mijn roodharige achterbuurvrouw Tess. Ik heb normaal gesproken geen contact met haar. Ze is mijn type niet. Weinig toeschietelijk groet ik haar. ‘O, hallo.’ Ik kijk weer naar mijn geschenk. Ze houdt aan en staat al tegen me aan te duwen, dat ik op moet schuiven. Voor het eerst ben ik ontzettend blij met mijn omvang. Nee dame, dat gaat je niet lukken, denk ik strijdlustig.
De serveerster komt mijn bestelling opnemen en ik wuif rode Tess ongeduldig weg.
Pech.
De man naast mij staat op en vertrekt. Tess zit al en begint op haar irritante manier te rebbelen. Daaraan herken ik haar altijd al van verre, die ratelende stem. Ik maak mij nog breder dan ik al ben en steek een sigaret op in de hoop dat ze een milde vorm van astma heeft en zich uit de voeten maakt.

Ze laat mij het presentje zien dat zij voor Frank heeft gekocht. Ik realiseer me nu pas dat zij natuurlijk ook is uitgenodigd voor zijn verjaardagsfeest. Spaar me, denk ik. Dan schiet ik inwendig in de lach als ik zie wat ze heeft gekocht. Het is een molentje op de steel van een zilveren taartschep. Ongetwijfeld dure kitsch. Frank woont op een molen en het is feest. Niet gek bedacht dus. Het past alleen van geen kant bij zo’n artistieke vent.
Ik weiger haar mijn cadeautje te laten zien, al vraagt ze ernaar. Ik begin over Franks ludieke uitnodiging en prijs zijn kunstzinnigheid de hemel in. Ter illustratie pak ik de kaart uit mijn tas. Zijn molen, kleurrijk en verfijnd getekend.

Terwijl ik naar de blinkende ruiten van de molen op zijn uitnodiging staar, zie ik het weer voor me, hoe hij en ik bezig zijn. We richten mijn huis in. Ik verschuif een bank naar de zonnigste hoek van de kamer. Even later liggen we in elkaars armen en we krijgen de slappe lach als de bank vervaarlijk kraakt onder ons gewicht. Mijn voluptueuze lijf schudt ervan. En hij neemt mijn trillende en lillende billen liefdevol in zijn handen. Een siddering kruipt langs mijn ruggengraat omhoog.

Natuurlijk ga ik Tess niks vertellen over dat heerlijke moment. Hoe zou zij kunnen begrijpen dat het zo heel bijzonder was? Hoe zou ik Tess kunnen uitleggen dat ik het een doodzonde vind dat Frank niet echt op vrouwen valt? De kleur van haar gezicht zou onmiddellijk die van haar haar aannemen.

Ik kijk naar haar bleke wangen. Onwillekeurig grijp ik onder het tafeltje in de zak met mijn geschenk. Een schot in de roos: glad, zacht en toch stevig. Die Tess, ze moest eens weten wat zich in de grotemensenwereld allemaal afspeelt.

Emmy