Qwerty

Goedemorgen, daar ben je weer. Je kijkt nog een beetje slaperig uit je ogen. Ik zie je haren alle kanten op pieken. Een kopje thee en een glas met een of ander wazig goedje zet je naast me neer. Je trekt me naar je toe. Beginnen we niet met goedemorgen? Nee, vandaag niet. Ik zie al aan je gezicht dat je je ergert aan het rijtje wachtwoorden die ik je vraag voordat je gebruik van me mag maken. Misschien kun je er eens aan denken dat ik die wachtwoorden niet voor niets vraag. Zo zorg ik ervoor dat al je schrijfsels, foto’s,
muziek, mails, bankgeheimen en andere wetenswaardigheden, goed en veilig zijn
opgeborgen als je weggaat. Ik maak je er zelfs iedere tien dagen op attent dat het tijd is
voor een back-up. Het enige wat jij hoeft te doen is het zwarte kastje met een snoertje
aan me te bevestigen. De rest doe ik. Ik spit alles door wat er maar aan informatie te
vinden is in mijn geheugen. Zelfs de kleinste details kopieer ik en sla deze op in de black
box. Mocht ik eens onverwacht ziek worden of erger nog, helemaal uitvallen, dan kun je
gewoon zonder mij verder.

Nu ik zo tegen je aan het praten ben, moet me toch iets van het hart. Die arrogantie van
je. Soms stuur ik je dagen achter elkaar een berichtje dat het weer tijd is voor een back-
up. En luisteren? Ho maar. Niet dus. Na veertien, vijftien dagen of zelfs langer, neem je
eindelijk eens de moeite om het kastje aan te sluiten. Die meldingen zijn voor jouw
gemak hoor!
Wat ik ook heel vervelend vind, is die venijnige aanslag soms op mijn toetsenbord. Je
rost er dan op los en zonder enige waarschuwing klap je me ineens dicht. Pats boem en
weg ben je. Mij alleen achterlatend met een zere rug.

Ik zie je liever zoals vandaag. Je vingers dansen over me heen. Een glimlach om je mond.
Je aanslag is ritmisch, licht en vrolijk. Met plezier laat ik mijn letters aan je zien. Ik voel
me gewaardeerd als je je duimen naar me opsteekt. Well done! Schrijf ik voor je op. Je
hoeft het niet eens hardop te zeggen. Ik zet alles wat jij denkt om in woorden en maak
het zichtbaar op mijn beeldscherm. Wil je de letters liever op papier? Dat is geen
probleem daar heb ik ook een knopje voor. Druk erop en ik zend alle lettertjes naar de
printer. Die werkt het verder keurig voor je af.

Zo te zien ben je klaar. Ik zie je lezen. Her en der haal ik letters voor je weg en voeg
nieuwe letters toe. Je kijkt tevreden. Een vinger gaat rechts naar boven op het
toetsenbord en drukt P in. De boodschap is duidelijk. De tekst wordt afgedrukt. Je staat
op. ‘Zien we elkaar weer snel,’ vraag ik. Je hoort me niet en loopt weg. ‘Ik wacht hier op
je. Als je me nodig hebt, weet je me te vinden!’

Henriëtte