Niet weten is ook fijn

Traag verplaatst ze de stapeltjes kleding naar de lege koffer, sluit de ritsen en daarmee de tijd die ze hier doorbracht in wat lang een veilige plek leek.

Met een winterjas en bontlaarzen, die haar al wekenlang dag en nacht warm houden tegen het opkruipend vocht en de kou die binnendringt door de gaten en scheuren, loopt ze de kamer uit.

In de gang staat ze stil voor een gebroken spiegelbeeld: een bleek gezicht, strakke mond en lege ogen.

Achter de keukendeur blaft de hond.

De deurknop ligt al in haar hand en door een klein gebaar springt hij open.

Buiten zijn gele narcissen, blauwe druifjes en bloesemblaadjes tussen brokstukken en puin.

Een hoek van de krant steekt uit de brievenbus als op een normale dag….

De straat is zonder mensen met alleen een magere kat die op een tuinhek een pootje likt en haar aanstaart.

De lucht is grauw vol dwarrelend stof. Het ruikt naar benzine. Er prikt iets gemeens in haar ogen.

Zal ze ….

Dan klinken er harde knallen en schreeuwen achter haar rug. Tegen haar kuiten voelt ze druk en ze wordt de straat opgeduwd.

Zonder om te kijken zet ze het op een rennen. Haar koffer in haar armen vastgeklemd.

Op de vlucht, weg van wat was. Doorhollend tot ze van uitputting struikelt en valt. Met gesloten ogen blijft ze liggen.

Niet weten is ook fijn.

Nelleke