Brief aan mijn kleindochter

Op een avond kwamen je twee broertjes met een stralende glimlach op hun snoetjes onze woonkamer binnen huppelen. ‘Oma, opa we krijgen een babytje!’ En trots staken ze hun buik vooruit om de opdruk van de echo van het kleine nieuwe leventje op hun shirt, te laten zien.

Daar waren ze weer… de tranen van blijdschap. Het gevoel van verwachting en van hoop…

De maanden gingen voorbij met de gewone dagelijkse beslommeringen, verweven met gedachten aan jou, het kindje dat groeide onder het hart van je moeder, mijn dochter.

Het bedje stond klaar, mooi opgemaakt met roze lakentjes en hier en daar een knuffeltje. Ons meisje mocht komen… Vol verwachting waren wij allemaal. Maar op een avond sloeg het noodlot toe. Niet helemaal gerust over wat je mama voelde, ging ze samen met je papa naar de verloskundige voor controle. Of wij even wilden oppassen. Het werd later en later en ik voelde me steeds ongeruster worden. Als er maar niets gebeurd is… Toen ging de telefoon. Mijn dochter. Met ingehouden adem nam ik op. ‘’Mam, ons kindje.. het hartje klopt niet meer… Ons kindje is dood!’ Haar huilen voelde als een messteek in mijn hart. Haar verdriet, het overweldigende pijnlijke onbeschrijflijke verdriet. Ik had het gevoel alsof de grond onder mijn voeten verdween…Oh nee, oh nee…Het kon toch niet waar zijn. Het was waar. Je leefde niet meer…

Daar waren ze weer… de tranen. Tranen van verdriet dit keer…

In stilte ben je geboren. Ik kan me in de verste verte niet voorstellen hoe je moeder, mijn dochter en je vader zich moeten hebben gevoeld toen je op de wereld kwam… in vreselijke stilte…  

Ik vergeet nooit meer de aanblik van je ouders die met jou, Noor, thuis kwamen uit het ziekenhuis. De uitdrukking op het gezicht van je ouders leek er een van: blij dat je nu thuis bent, dichtbij ons. Dat we je nog even kunnen koesteren, vasthouden en je laten zien aan je opa’s en oma’s en je andere familieleden. Ik was blij om je eindelijk te mogen zien en vasthouden. Zo vredig je kleine gezichtje. Je mooie roze huidje, je rode lipjes, je handjes en de kleine vingertjes. Zo gaaf en zo compleet. Maar zo stil en onbeweeglijk. Zo stil. Waarom, waarom…

Lieve Noor, ik zal je nooit vergeten. Zo ver weg en toch zo dichtbij. Dat ben jij.

Voor altijd in mijn hart.

Je oma, Willemien