Pelgrim Hij staat open voor het onverwachte. Vaak is hij op zoek naar antwoorden op vragen die nog gesteld moeten worden.
Voor de storm in mij rukt niemand uit Razend kan ik worden als ik hier loop. Het is zo’n mooi, stil grachtje midden in de stad, waar ik enorm van kan genieten als ik boven op mijn balkonnetje wat zit te roken. Maar als ik de deur uit moet…
Maar toch… Heerlijk die verwarmde katoenen deken die Liselot over me heen heeft gelegd. Ik doe m’n ogen dicht, ontspan me en geniet nu al van wat komen gaat.
‘Kom, leg Uw hand op dit papier, mijn huid ‘ Dit zinnetje uit het gedicht Voor wie dit leest (1949) van Leo Vroman las en hoorde ik voor het eerst op een zaterdagmorgen in 1965, mijn eindexamenjaar.
Geluksvogel Mijn moeder vertelde me dat ze mij de naam Paola had gegeven, omdat die klein en bescheiden betekent. Ze had het goed gezien,
Meisjes plagen Meisjes plagen is kusjes vragen. Daar was ik me totaal niet van bewust als tienjarige. Teuntje, die steeds aan mijn paardenstaart trok, vond ik behoorlijk irritant.
Zwevende expositie Het was Sammy die haar aanspoorde een bezigheid te zoeken en niet alleen maar tv te kijken en naar buiten te staren. ‘Van staren en maren komt misbaren,’ had hij gezegd.
Grasrot Ze is bijna klaar voor de grote dag. Gea voelt haar maag even samentrekken. Nooit eerder heeft ze aan zoiets meegedaan. Maar Twan heeft haar verzekerd dat het fantastisch wordt.