Beweging

Nijlpaard zat op de schommel en mier zat op de wip. ‘Gaat ie lekker?’ vroeg mier, terwijl hij in zijn eentje probeerde de wipplank in beweging te zetten. Even daarvoor was hij naar het hoogste deel van de plank gekropen. Op die plek had hij een prachtig uitzicht op de schommel, waar hij nijlpaard – met zijn vier korte poten stijf voor zich uit – zag ploeteren om de swing erin te krijgen. ‘Gaat ie lekker?’ Vroeg mier opnieuw. ‘Nou, nee. Valt tegen’ zuchtte nijlpaard. ‘Maar misschien, als straks de wind gaat waaien, dan komt alles vanzelf goed.’ ‘Wel ja,’ beaamde mier. Als je lang genoeg wacht komt alles goed.’ Ze wachtten en wachtten, maar er gebeurde niks.

Het werd donker en rond middernacht fluisterde mier zachtjes: ‘Hoe gaat het? Ben je er nog? Ik zie je niet.’ ‘Jazeker, maar ik denk dat ik straks naar huis ga.’ Opnieuw werd het stil. Toen werd het ochtend. Mier had een idee. ‘Geef niet op, ik zal je helpen.’ Mier kroop naar beneden. Daar trommelde hij met zijn pootjes op het zand en ineens verschenen er duizenden, nee miljoenen mieren.

‘Zullen wij nijlpaard helpen?’ vroeg mier. ‘Het enige wat hij wil is ‘beweging’. En wij – klein als we zijn – kunnen allemaal samen iets in beweging zetten. Dat zullen we wel eens laten zien.’

De mieren begonnen te werken, ieder kende zijn taak. Toen er in korte tijd vlak voor de schommel een paar zandheuvels waren gemaakt, kropen alle mieren op een rij naar de beide achterpoten van nijlpaard. ‘Klaar, kriebelen maar!’ klonk ineens het commando. Ze begonnen uit alle macht tussen de tenen en in de knieholtes van nijlpaard te kriebelen. Die begon te schoppen, te buigen en te strekken. ‘Wat krijgen we nou?’ En intussen kwam de schommel lichtjes in beweging. Van achter naar voor en steeds een beetje meer. ‘Nee maar, het is gelukt,’ riep nijlpaard vol bewondering. ‘Het begin is gemaakt. Dit is hoe beweging ontstaat. Nou nou, wat een onverwachte kracht!’ En de mieren … die hadden pret. Ze gingen nog dezelfde dag een feestje vieren. ‘Zullen we … zullen we nu allemaal samen op de wip?’

Ineke